Renaissance 1450 - 1600
In de Renaissance lacht het leven de mensen toe. De katholieke kerk probeert zijn strengheid te behouden maar de adel en burgerij wil genieten en componisten ontdekken nieuwe vormen. Missen en motetten worden gebruikt in de liturgische muziek en als tegenhanger onstaat het madrigaal met vooral wereldse teksten. Woord en muziek gaan elkaar steeds meer ondersteunen. Luther veroorzaakt met zijn stellingen in 1517 een ware revolutie en naast de katholieke kerk ontstaat de protestante kerk.
Italië is het centrum van de muziek met componisten als de broers Gabrieli, Palestrina en Monteverdi. John Dowland verovert Engeland.
Dante (foto) schrijft zijn La Divina Commedia, de inspiratiebron voor Dan Browns Inferno in 2013.
De opera ontstaat.
Motet
De Mis
De katholieke mis wordt opgedragen ter ere van God, met vaste momenten op de dag, bv de Metten, de Lauden of de Vespers. Vaste delen van de mis zijn: Introïtus (binnenkomst van de priester), Kyrië (Heer, ontferm u over ons), Gloria (ere zij God), Credo, Sanctus, Agnus Dei (Lam Gods)
Het Requiem is de dodenmis die gezongen wordt bij een begrafenis. Hier wordt een deel aan de mis toegevoegd: het Dies Irae (dag des toorn en dag des oordeel) dat vaak heftig van sfeer is.
In de loop van de tijd zijn er veel componisten geweest die Missen geschreven hebben, in opdracht van de kerk maar soms ook van een particulier. De missen hebben langzamerhand de concertzalen veroverd en vormen een vast onderdeel van de canon binnen de klassieke muziek, zoals het Requiem van Mozart, Fauré en Verdi en de Hohe Messe van Bach. Je kunt hieronder al vast fragmenten beluisteren, hoewel ze niets te maken hebben met de Renaissance.
Madrigaal
In het madrigaal probeerde de componist gevoelens of beelden op een passende manier op muziek te zetten. De geoefende luisteraar kende de regels: een dalende melodie kon de dood betekenen en bij snelle loopjes dacht men aan geluk. Deze regels behoren tot de Affektenleer, die in de Barok nog verder wordt uitgewerkt.
Het madrigaal was voor de gegoede burgerij en de adel: thuis aan tafel musiceerde men.
Overgang naar de Barok
In aanloop naar een nieuwe periode ontstonden er nieuwe vormen. Een daarvan is de passagaglia, ook wel chaconne genoemd. Het is een dansvorm die in de Barok verder wordt uitgewerkt, oa door Bach, waarin de vaste baslijn steeds wordt herhaald, met een improvisatie in de melodiestem. Herkennen we hier al het begin van de popmuziek?
Muziekdrukkunst
Vanaf 1476 is het mogelijk om muziek te drukken op papier, evenals boeken. Componisten kunnen vanaf dat moment hun partituren makkelijker verspreiden en in de loop van de jaren daarna ontstaat het notenschrift zoals wij dat tegenwoordig ook kennen. Met maatstrepen, vijf balkjes, noten waaraan je kunt zien hoe lang ze moeten duren, verbindingsboogjes en tekens voor dynamiek.
Hieronder zie je een filmpje waarin de basis van het notenschrift wordt uitgelegd.