Franz Schubert (1797 - 1828)
Schubert had het makkelijk: hij werd geboren in Wenen, de stad waar alles gebeurde, en hij was een van de dragers van de kist van Beethoven tijdens zijn begrafenis. Hij was de man van de melodieën, en componeerde tijdens zijn leven meer dan 600 liederen, voor een zangstem, begeleid door piano, die zelf ook een belangrijke rol kreeg binnen de composities.
Hij organiseerde avonden bij hem thuis, de 'Schubertiades', waar de wijn rijkelijk vloeide, er gemusiceerd en gedanst werd en hij zijn nieuwste composities liet horen aan zijn vrienden. Hij componeerde voor de burger (liefst in een café om de hoek) en gebruikte teksten van belangrijke dichters uit zijn tijd (Goethe, Heine) die over menselijke relaties handelden.
Bij hem zijn de eerste kenmerken van de Romantiek al aanwezig: verheerlijking van de natuur, de persoonlijke vrijheid en het eigen gevoel als inspiratiebron, verlangen en passie en ontwikkeling van de virtuositeit.
Naast de klassieke vormen als de symfonie met zijn drie of vier delen, komen er vrijere vormen, zoals de impromptu, nocturne, de wals of de ballade.
Behalve de liederen zijn zijn strijkkwartetten, symfonieën en pianosonates van grote klasse en het luisteren meer dan waard.